Hulpverlening loopt stuk op bureaucratie

Opinie 25 april 2022, Martine van Ommeren

Ik ontmoet Ryan op een woensdagavond. Alle partners die gebruikmaken van ons pand, in één van de armste wijken van Nederland, zijn uitgenodigd om met elkaar kennis te maken. Ryan is er voor het eerst bij. Hij is halverwege de twintig en geboren en getogen in deze wijk, die behalve flats, een supermarkt en een paar kappers niet veel te bieden heeft voor opgroeiende jongeren.
Ryan zag als freelance muzikant in de coronatijd zijn werk wegvallen. En hij zag pubers uit de wijk rondhangen op straat. Hij besloot wat te gaan doen. Als rapper weet hij hoe snel je in deze wijk in contact komt met mensen die je gouden bergen beloven, maar je meenemen in een harde, ruige wereld. Daar is hij zelf van teruggekomen, en daar wil hij de jongeren bij weghouden. Dus gaat hij naar buiten. Laptop mee, speakertjes. Hij spreekt jongeren aan, daagt ze uit contact te zoeken met andere wijkbewoners. Voor tien ingevulde vragenlijsten krijgen ze een shoptegoed bij de supermarkt. Zo bellen de jongeren aan bij bewoners in de wijk, met een vragenlijstje op zak. Sommigen doen vier gesprekken, anderen scoren wel tien keer een shoptegoed. Allemaal krijgen ze meer begrip voor de ouderen in hun wijk. En ze krijgen vertrouwen in Ryan.
Vanuit de hal bij de supermarkt gaat hij samen met hen andere activiteiten bedenken: sporten, muziek maken, een spelletjesavond. Hij vraagt of hij ons pand mag gebruiken zodat ze films kunnen kijken of koken.
Drie keer per week houdt Ryan, vrijwillig, de jongeren van de straat. Ze geloven in hem. Hij gelooft in hen.

Vandaag breng ik u dus een goed verhaal. Een verhaal over initiatief, positieve relaties, over hoop en vertrouwen. Maar dan komt het aan op doorzettingsvermogen. Het is voor Ryan niet makkelijk dit vol te houden. Hij betaalt veel uit eigen zak en loopt avonden mis waarop hij als muzikant zelf omzet zou kunnen maken.
Om Ryan te ondersteunen, besluit ik te kijken of ik een initiatief tegenkom dat hem en zijn jongeren een boost kan geven. Dat vind ik al snel. Mijn kennis Jasper blijkt met zijn bedrijf een subsidie te hebben gekregen voor muzikale projecten met jongeren. Dat valt onder de Maatschappelijke Diensttijd, een aanpak waar het ministerie van VWS een paar jaar mee begonnen is om jongeren aan te moedigen zich maatschappelijk in te zetten. De jongeren in Jaspers projecten werken een half jaar aan een muzikaal project en geven dan een uitvoering voor een maatschappelijke locatie, zoals een verzorgingstehuis of de daklozenopvang. Jasper is enthousiast: samenwerking met Ryan zou een mooie invulling zijn van dit traject. Met de subsidiegelden zou Jaspers bedrijf Ryan kunnen inhuren als zzp’er om de jongeren te begeleiden. Voor zo’n mooi initiatief werkt hij daar graag aan mee.

Een geschenk uit de hemel, denk ik. Dit geeft Ryan en zijn groep een doel, en Ryan zelf ook de tijd en financiële waardering om zijn inzet voor deze groep vol te houden en zelfs uit te breiden. Maar dan komt (natuurlijk) de bureaucratie om de hoek kijken. Want: de subsidie wordt alleen betaald als ten minste 15 jongeren het traject van begin tot eind afmaken. Je moet dus starten met een groep van minimaal 20, en die moeten trouw blijven komen. Te veel afhakers? Weg subsidie.
Dat doet Ryan aarzelen: dit kan hij niet waarmaken. De jongeren zijn loyaal aan hem, maar wel onvoorspelbaar in hun gedrag. Ze zeggen van alles toe en zeggen dan weer af. Dat ze mogen komen zoals ze zijn en mogen meedoen wanneer het lukt, is juist de kracht van Ryans aanpak. En dus kan Ryan Jasper niet de garanties geven die hij nodig heeft.
Ik hoorde dat van Jasper, toen ik hem aansprak om te vragen hoe het contact met Ryan was verlopen. En van wat ik toen zag gebeuren, schrok ik: alle enthousiasme en betrokkenheid was bij Jasper verdwenen.

Dit is geen uitzondering, maar een patroon. De wijkbewoners worden keer op keer geconfronteerd met bureaucratische vereisten waar ze niet aan kunnen voldoen. En ze ontmoeten steeds ‘helpers’: mensen die op basis van een oppervlakkige inschatting van hun situatie willen helpen, bijdragen, van alles beloven.
Tot die bureaucratische drempel weer oppopt. Er blijkt toch geen win-win te zijn. Of het kost extra moeite, begeleiding, creativiteit om de belofte waar te maken. Als het dan lastig wordt, zijn de helpers net zo snel weer verdwenen als ze hun hulp aanboden.
En dus gaat Jaspers subsidie straks waarschijnlijk naar een groep jongeren uit de middenklasse, die door hun ouders elke week met de auto bij hun Maatschappelijke Diensttijd-activiteit worden afgezet. Ze zullen een opvoering geven voor het verzorgingstehuis in hun Vinexwijk, waar het nog lastig wordt een gaatje te vinden in het volle schema dat de activiteitenbegeleider daar heeft geprogrammeerd. Die aanpak voldoet aan alle eisen. Het ministerie kan tevreden zijn en een positieve evaluatie sturen naar de Tweede Kamer. Daarin zal geen woord staan over Ryan, die tegen die tijd waarschijnlijk niet meer het geld en de tijd heeft om, vrijwillig en zonder middelen, zijn jongeren van de straat te houden.
Maar daar zal in de Tweede Kamer niemand kritische vragen over stellen. De evaluatie zal positief zijn, dus iedereen is blij.

Deel dit artikel

Meer artikelen

Is het granieten bestand wel zo in beton gegoten?

Hoe een helm een verschil kan maken: 7 tips om armoede samen aan te pakken

In een wijk met 7 zwarte vinkjes denken ze mee met staatssecretaris Maarten van Ooijen