In een wijk met 7 zwarte vinkjes denken ze mee met staatssecretaris Maarten van Ooijen

Opinie 28 april 2023, Martine van Ommeren

Ik zit aan de koffietafel in een buurthuis in Den Haag Zuidwest. Een wijk met zeven zwarte vinkjes. ‘Wij voeren alle lijstjes aan die je niet aan wil voeren als wijk,’ zegt wijkbewoner Debbie daarover. ‘Iedereen hier is laagopgeleid en ongezond en we gaan daardoor allemaal eerder dood.’
Tegenover mij aan tafel zit Debbies zoon Sjors. Hij is tien en heeft een studiedag. Daarom is hij meegekomen met zijn moeder. Debbie doet vrijwilligerswerk: ze kookt gezonde maaltijden voor gezinnen die leven van de voedselbank en helpt mee met het plannen van taal- en computerlessen in het buurthuis. Terwijl ze daar druk mee is, verveelt Sjors zich een beetje. Hij tekent karikaturen van de andere bezoekers van het buurthuis, en hij kijkt filmpjes en doet spelletjes op zijn Nokia. ‘Dit is de beste Nokia,’ zegt hij. ‘Want hij is maar 24 euro en ik kan er op gamen als mama afspraken heeft.’
Debbie kan niet altijd naar haar vrijwilligerswerk komen, want regelmatig moet ze thuis zijn voor een afspraak met jeugdzorg. Sinds de vechtscheiding van haar gewelddadige ex-partner staan haar kinderen onder toezicht. Ze ziet er vrolijk uit, maar als je langer met haar praat, zie je de vermoeidheid in haar ogen en hoor je de angst voor de toekomst in haar stem. Dat is geen wonder, want veel van de andere moeders die Debbie kent, hebben ook ervaring met jeugdzorg – en dat loopt lang niet altijd goed af.
Zoals bij Asha, tot een jaar geleden collega van Debbie in het buurthuis. Asha is een alleenstaande moeder met vijf kinderen, waarvan er drie onder toezicht zijn gesteld. De kinderen worden daarnaast ook nog individueel begeleid voor onder andere traumaverwerking, en ook Asha zelf heeft nog professionele geestelijke begeleiding. Als gevolg daarvan heeft ze ongeveer vijf à zes afspraken per week met diverse instanties. Daarnaast heeft ze als alleenstaande moeder zelf de zorg voor het hele gezin. Asha trekt overal aan de bel: het wordt haar echt te veel. Ze krijgt stressklachten en wordt ziek. Door die gezondheidsklachten kan ze ook de dingen die ze wél leuk vindt, niet meer volhouden. Ze voelt dat er een neerwaartse spiraal inzet, maar ze kan zelf het tij niet keren.
De vraag is of één van de zestien professionals die zich met de situatie van Asha en/of haar kinderen bezighouden, dat tij wél kan keren. ‘Ze vinden allemaal hun eigen doel het belangrijkste,’ zegt Asha. ‘Om te zorgen dat de één niet gaat escaleren, moet ik allerlei dingen doen, maar van de ander moet ik die dingen juist laten. Het is een dagtaak om het allemaal bij te houden.’
De ‘wijk’ waarin Sjors, Debbie en Asha wonen, telt 70.000 inwoners – evenveel als een stad als Gouda. Jeugdzorg is betrokken bij 11% van de 16.000 minderjarigen in de wijk. Begin april luidde staatssecretaris Maarten van Ooijen daarover de noodklok. Veel te veel jongeren doen volgens hem een beroep op jeugdzorg: ’25 jaar geleden kreeg 1 op de 27 jongeren jeugdzorg, nu is dat in sommige steden al 1 op de 6’. Van Ooijen had zelf al wel een paar ‘denkrichtingen’ over de oorzaken voor deze toename: ouders sturen hun kinderen met psychische klachten te snel door, er zijn te veel echtscheidingen en te weinig plekken waar jongeren kunnen ‘rondhangen’. Het kan dus allemaal minder én beter, waarbij jeugdzorg minder vaak ingeschakeld moet worden. Van Ooijen is afgelopen week begonnen met een serie gesprekken met ouders en professionals over zijn denkrichtingen, en met een campagne op sociale media.
De tip: doe het niet
Ik help van Ooijen graag, en heb daarom Asha, Debbie en Sjors gevraagd ook even mee te denken. Ze konden maar één tip bedenken voor de staatssecretaris: doe het niet. Zeg alle verdere afspraken af. Debbie en Asha zijn alle hulpverleners sowieso al meer dan zat. Ze hebben echt geen zin om ook nog aan te schuiven bij een rondetafelgesprek. Maar als je ouders zoals zij niet aan tafel krijgt, ontstaat er een scheef beeld van de oorzaken en de oplossingen – en dus ook scheef beleid. Dat helpt de sector én de ouders niet verder, dus doe het maar niet.

Maar Debbie en Asha wijzen óók in de richting van een oplossing voor de vraag van de staatssecretaris. Want het gesprek kantelt als ze bedenken hoe het zou zijn als ze zélf meer te zeggen hadden over alle hulpverlening. ‘Ik zou zelf willen bepalen hoeveel afspraken ik in een week aankan,’ zegt Asha. Bijvoorbeeld: maximaal twee per week. Debbie begint te lachen: ‘Zie je het voor je? Dan zeg ik tegen die gezinsregisseur: ‘Sorry mevrouw, ik heb pas over vier weken tijd.’ Daar heb ik echt zin in.’
Dat idee doet me denken aan een experiment van de Engelse sociologe Hilary Cottam. Zij laat gezinnen zoals dat van Debbie en Asha zelf één hulpverlener kiezen die hen begeleidt, en gaf de gezinnen zelf de regie over een klein budget. Daarmee konden ze leuke gezinsactiviteiten plannen. Soms deed de hulpverlener daar dan aan mee, zodat ze met elkaar gingen paintballen of eten bij McDonald’s. De gezinnen konden met dit budget ook verbeteringen in hun huis aanbrengen: isoleren, een bureautje kopen, deuren repareren, of de keuken verbeteren zodat er weer gekookt kon worden. De begeleiding in het experiment is praktisch en niet gericht op problemen. De hulp richt zich op het vormen van relaties, het ontwikkelen van vaardigheden en het vergroten van eigen mogelijkheden. Daardoor kregen de gezinnen rust en ontwikkelden ze eigen hulpbronnen zoals een netwerk en een kleine financiële buffer. Daarbij bepaalden ze zélf wat er nodig was om weer een stabiele gezinssituatie te bereiken. Bij alle gezinnen in het experiment lukte dat binnen een half jaar.
Ik vraag Asha hoe zij het zou vinden om aan zo’n experiment mee te doen. ‘Dat is in Engeland?’ vraagt ze. ‘I speak English very well, please book me a ticket.’

Bronnen

1 https://www.nrc.nl/nieuws/2023/04/06/kabinet-wil-dat-ouders-kinderen-minder-vaak-naar-de-psycholoog-sturen-we-problematiseren-te-snel-a4161474
2 Cottam, H. Radical Help, how we can remake the relationships between us and revolutionise the welfare state, p.49-80

Deel dit artikel

Meer artikelen

Is het granieten bestand wel zo in beton gegoten?

Hoe een helm een verschil kan maken: 7 tips om armoede samen aan te pakken

Hulpverlening loopt stuk op bureaucratie