Opinie januari 2025, Renske Raalte
Jan ontvangt 11 jaar lang een bijstandsuitkering en bevindt zich daarmee in het ‘granieten’ bestand van de gemeente. Een term op de werkvloer die de mensen betreft die langer dan 5 jaar een bijstandsuitkering ontvangen. Lange tijd werd gedacht dat deze mensen muurvast zaten. Maar is dit wel zo?
Jan heeft een bewogen leven achter de rug. Dat maakt dat hij onder bewind staat en alleen een postadres heeft: hij verblijft bij familie. Totdat hij bij Wijk vol waarde in traject kwam. Ruim twee jaar nam hij deel en kreeg daardoor:
- Een sociaal netwerk;
- Leerde werknemersvaardigheden;
- Werd fitter door het fysieke werk;
- Pakte onderweg vragen over zijn huishoudboekje aan.
2,5 jaar na zijn start, stroomde hij uit naar een baan met korte opleiding. Waarna hij een contract kreeg. Ook heeft hij weer een huis. Stel je voor wat dit voor hem, op microniveau betekent. Hij zegt er zelf over: “Nu heb ik eindelijk rust, een baan en huis, ik ben echt trots op mezelf”.
Daar Jan geen uitzondering is, kunnen we ons ook een voorstelling maken van de impact op macroniveau. Het roept de vraag op of het granieten bestand wel zo in beton gegoten is? Zou het zo kunnen zijn dat met onze aanpak, ook mensen uit het “granieten bestand”, zich een weg weten te vinden uit de uitkering? En als ons dat lukt, wat levert dit de maatschappij dan op?
Even in het kort de achtergrond. Wijk vol waarde biedt een traject waarin mensen in langdurige bijstand worden begeleid naar een volgende stap. De aanpak is integraal en zet in op persoonlijke ontwikkeling van deelnemers, onder andere door hen een baan te geven in de (eigen) wijk. Daar wordt de buurt mooier van en geeft de persoon gelegenheid een stap vooruit te zetten, soms in 1 jaar tijd zelfs stappen verder dan in de jaren ervoor.
De afgelopen jaren zijn meerdere deelnemers aan Wijk vol waarde het granieten bestand uitgestroomd naar een reguliere of passende baan of opleiding. Stel dat 7 deelnemers per jaar uitstromen naar een passende baan. Dat levert de maatschappij een besparing op van gemiddeld 14.000 euro per jaar, per persoon aan uitkering plus de kosten die gemeenten hebben rondom de uitvoering, 3.000 euro pp/jaar. Dat gaat dus over honderdduizenden euro’s per jaar. Die besparing is meer dan de kosteninvestering.
Ook al is de laatste jaren het aantal bijstandsgerechtigden ongeveer gelijk gebleven in Nederland, toch vraagt het ook vanuit economisch perspectief -met de dubbele vergrijzing- om een andere aanpak en kijk op deze groep. Wij kunnen de huidige situatie immers met elkaar niet volhouden: de schreeuw om, en het tekort aan aanbod van, arbeiders. Plus de stijgende zorgkosten die we met een kleiner wordende groep werkenden moeten opbrengen.
Mijn belangrijkste vraag voor beleidsmakers zo aan het begin van een nieuw jaar: maakt onze kijk en het huidige beleid op het granieten bestand, dat deze doelgroep muurvast zit en wij daarmee dus eigenlijk bijdragen aan de krapte op de arbeidsmarkt? En als we dat moeten erkennen, durven gemeenten dan open te staan voor een andere aanpak?
Ik hoop dat ik nieuwsgierigheid gewekt heb. Maar onderzoek ook zelf de bewijslast door het rapport te lezen over onze aanpak, van Instituut Publieke Waarden > publicatie eind januari!
Ik wens jullie allen een mooi en vernieuwend jaar toe.